Social media Beemt (2014) suggereert dat jongeren weliswaar technologiegericht zijn, maar niet vanzelfsprekend technologischvaardig zijn. Daarentegen stelt Dummer (2011) dat is gebleken uit verschillende onderzoeken dat jongeren tot op een bepaalde hoogte wel ict-vaardig zijn, maar niet informatievaardig. Bronnen
1 Comment
Society 3.0 |
Hoeden van BONO |
____________________________________________________________________________________________________
Cyberpesten
Bij deze vorm van pesten, cyberpesten, worden computers of mobiele telefoons als voorwerp gebruikt. Door middel van internet en telefoonnetwerken wordt het cyberpesten in voortgang gezet. Bijvoorbeeld door een e-mail te sturen, sms-berichten te verzenden, nu tegenwoordig te appen, foto’s/ video’s/ tekeningen te verzenden kan daarmee schade of nadeel toebrengen.
Volgens Jan Duthoo (2000), houdt pesten in dat een persoon herhaaldelijk en op een langdurig termijn wordt gepest op een fysieke en/of mentale manier. Dit wordt verricht door één of meerdere personen. Met de bedoeling om het slachtoffer te laten merken dat hij een waardeloos persoon is. Daarentegen zegt Valérie Barbier (2003) dat er in het algemeen geen omschrijving is voor pesten. Ze suggereert wel dat er verschillende kenmerken zijn van pesten. Een persoon die zich op een dergelijke manier gedraagt en zal de andere vernederen door gebruik te maken van wraakzuchtige, wrede en/of plagerige manieren.
Rollen bij het pesten
Pesterijen doen zich als verschillende personen. Dit kan gedaan worden door mentale intimidatie in verschillende vormen, zoals negatieve opmerkingen continu kritiek maken, het kind buitensluiten, sociaal contact onmogelijk maken en verkeerde informatie verspreiden (Verschueren & Koomen, 2007).
Bij pesten bestaan er verschillende soorten rollen (Smokowski & Holland Kopasz, 2005):
Dader: neemt het initiatief om te pesten en dit kun je weer onderscheiden in verschillende rollen.
- Fysieke dader: deze dader maakt meteen gebruik van fysieke/ lichamelijke geweld, zoals schoppen en slaan.
Verbale (mentale) dader: deze dader maakt gebruik van vernederende woorden.
Relationele dader: deze dader zorgt ervoor dat andere kinderen het slachtoffer isoleren.
Reactionele dader: deze dader zet het slachtoffer aan om te vechten en vecht vervolgens terug en verwoord dit zelfverdediging.
Meeloper: de meeloper helpt de dader mee om te pesten.
Aanmoediger/supporter: zij zijn degene die eromheen staan en toekijken tijdens het pesten en vervolgens hierom lachen.
Slachtoffer: een slachtoffer is niet een geselecteerd type die gepest wordt. Elk kind heeft de kans om gepest te worden. Zij worden meestal gepest, omdat ze afwijken van de norm van de groep. Dit kan bijvoorbeeld zijn omdat het kind een andere kleding draagt dat het gehele groep.
- - Weinig zelfvertrouwen
- - Tegen geweld
- - Kan niet goed met agressie omgaan
- - Laat afwijkingen zien
- - Isoleren
- Verdediger: de verdedigers nemen het op voor het slachtoffer. Hierdoor wordt het slachtoffer gestimuleerd vechten, dit kan fysiek en/of mentaal zijn.
- De omstander/buitensluiter: buitensluiter sluiten zich af van het pest en. Dit wil zeggen dat ze zich helemaal niet bemoeien met het pesten.
Voor mij is het van belang dat kinderen zich veilig voelen op school. Je moet als leerkracht ervoor zorgen dat er een veilig klimaat heerst. Je moet weten hoe je moet handelen als er zo een incident plaatvindt. Wat ga je doen? Dit ligt natuurlijk ook aan de school waar je werkt. Ieder school pakt het anders aan. De scholen moeten een pestprotocol hebben. Hierin staat beschreven wat de leerkracht moet doen als er zoiets plaatsvindt.
__________________________________________________________________________________________________
Bronnen:
- Stefan van Beurden. (2015, April 1). Cyberpesten powerpiont. Cyberpesten. Eindhoven, Noord-Brabant, Nederland: Fontys Hogescholen.
- Barbier, V. (2003). Geweld en pesten op het werk. Mechelen: Kluwer.
- Duthoo, Jan. (2000). Pesten . In C. v. Brugg, Probleemgedrag op school (p. 215). Antwerpen-Apeldoorn: Garant.
- Smokowski, P., & Holland Kopasz, K. (2005). Children and schools . In P. Smokowski, & K. Holland Kopasz, Bullying in school: An overview of types, effects, family characteristics, and intervention strategies. (pp. 27, 101-110).
- Verschueren, K., & Koomen, H. (2007). Diagnostiek in de leerlingenbegeleiding . Antwerpen en Apeldoorn: Garant.
- Schop, G.-J. (2015, April 1). Management modellensite. Opgehaald van Hoeden van Bono: http://www.gertjanschop.com/modellen/denkhoeden_de_bono.html
- Lammerts, A. (2015, April 1). Hoeden van Bono. Eindhoven, Noord-Brabant, Nederland: Fontys Hogescholen.
- Fysieke dader: deze dader maakt meteen gebruik van fysieke/ lichamelijke geweld, zoals schoppen en slaan.
Verbale (mentale) dader: deze dader maakt gebruik van vernederende woorden.
Relationele dader: deze dader zorgt ervoor dat andere kinderen het slachtoffer isoleren.
Reactionele dader: deze dader zet het slachtoffer aan om te vechten en vecht vervolgens terug en verwoord dit zelfverdediging.
Meeloper: de meeloper helpt de dader mee om te pesten.
Aanmoediger/supporter: zij zijn degene die eromheen staan en toekijken tijdens het pesten en vervolgens hierom lachen.
Slachtoffer: een slachtoffer is niet een geselecteerd type die gepest wordt. Elk kind heeft de kans om gepest te worden. Zij worden meestal gepest, omdat ze afwijken van de norm van de groep. Dit kan bijvoorbeeld zijn omdat het kind een andere kleding draagt dat het gehele groep.
- - Weinig zelfvertrouwen
- - Tegen geweld
- - Kan niet goed met agressie omgaan
- - Laat afwijkingen zien
- - Isoleren
____________________________________________________________________________________________________
Welke bronnen gebruiken kinderen uit de groepen 5 om informatie op te zoeken?
We kregen als opdracht om artikel te schrijven met de bronnen die de kinderen gebruiken. Ik heb gekozen voor het onderwerp "honden".
Artikel over honden;
De wetenschappelijke naam voor een hond is "Canis lupus familiaris". Een hond staat bekend met het nemen als een huisdier. Je hebt veel verschillende soorten honden: grote, kleine, langharige en kortharige, lieve en woeste, lelijke en mooie. De hond stamt af van een wolf, maar een hond is niet wild net als een wolf.
Honden eten brokjes en krijgen als beloning meestal snacks. Ze kunnen ook het eten, eten wat mensen eten. Maar dit is niet gezond voor ze. Chocolade is voor een hond heel erg gevaarlijk. Ze mogen daar dan absoluut niet van eten. Ze worden door het eten van chocolade ziek.
Als je een hond als huisdier hebt, dan zou je hem gemiddeld 3 keer per dag moeten uitlaten (ochtend, middag en avond). De meeste honden hebben een staart. Als ze gaan kwispelen betekent het dat ze gelukkig zijn. Als het staart stijf naar beneden hangt zijn ze verdrietig.
Bronnen:
- http://www.davindi.nl/search?query=honden
- http://wikikids.nl/Hond
____________________________________________________________________________________________________
Bevindingen van de gastles
Vandaag hebben we in de ochtend van de gastspreker: Jos Montulet een bijeenkomst gehad over het digitaal persbureau. We hebben als eerst een presentatie gehad over het digitaal persbureau en vervolgens moesten we de bovenstaande opdracht uitvoeren.
Tijdens de presentatie heeft hij gesproken over het opzet en gebruik van het digitaal persbureau. Hij is werkzaam op basisschool Klinkers in Tilburg. In zijn klas maakt hij gebruik van deze aanpak. De kinderen zijn gedurende dag hiermee bezig. Hij geeft aan dat adaptief onderwijs van belang is bij zijn aanpak. Je moet kijken naar waar het kind staat en waar het kind de lat voor zichzelf zet.
Taxonomie van Bloom |
Bij hogere orde vragen en opdrachten zijn voor het antwoord of de uitvoering de vaardigheden analyseren, evalueren of creëren nodig. Het zijn vragen en opdrachten die zich richten op:
- - Stimuleren van leerlingen om verder en meer kritisch na te denken
- Stimuleren van het probleemoplossend denkvermogen
- Ontlokken van discussie
- Stimuleren van leerlingen om zelfstandig op zoek te gaan naar informatie
Lagere orde vragenLagere orde vragen zijn vragen die een beroep doen op onthouden, begrijpen en (deels) toepassen. Dit type vragen is geschikt voor:
- - Evalueren van de voorbereiding en het begrip van leerlingen
- Vaststellen van de sterktes en zwaktes van leerlingen
- Herhalen en samenvatten van gegeven informatie - Zes "niveaus" van Bloom
Het verschil tussen ‘lagere orde denken’ en ‘hogere orde denken’ is weergegeven in de Taxonomie van Bloom, waarin zes niveaus worden onderscheiden: onthouden, begrijpen, toepassen, analyseren, evalueren en creëren. De niveaus dienen om een onderscheid te maken in de complexiteit van het kennisniveau waar een beroep op wordt gedaan. Er wordt hiermee geen volgorde voorgeschreven waarin een bepaald niveau aan bod zou moeten komen. Bij een rijke leeractiviteit worden in ieder geval meerdere niveaus aangesproken.
De taxonomie kan onder andere gebruikt worden als hulpmiddel bij het formuleren van leerdoelen en hieraan gerelateerde acties en producten, waarmee deze gerealiseerd kunnen worden. (talentstimuleren , 2015)
Bronnen:
- talentstimuleren . (2015). Opgehaald van SLO informatiepunt : http://talentstimuleren.nl/thema/stimulerend-signaleren/rijke-leeractiviteiten/bloom
- Stimuleren van het probleemoplossend denkvermogen
- Ontlokken van discussie
- Stimuleren van leerlingen om zelfstandig op zoek te gaan naar informatie
- Vaststellen van de sterktes en zwaktes van leerlingen
- Herhalen en samenvatten van gegeven informatie
Blended learning |
___________________________________________________________________________________________________
PRODAS
We hebben donderdag 26 maart een excursie gehad. We gingen naar PRODAS ontdeklab, een lokaal met verschillende innovatieve materialen voor in het onderwijs, van Tessa van Zadelhoff. Tessa van Zadelhoff is een heeft gewerkt in het basisonderwijs, is een projectleider van onderwijsinnovatie PRODAS, zelfstandig professional, freelance (web)redacteur, adviseur, enzovoort. We hebben van haar een workshop gekregen over de verschillende leermaterialen. We kregen ook een korte presentatie over innovatie in het onderwijs (21ste century skills, mediawijsheid, programmeren). Het was zeer indrukwekkend en leerzaam!
We hebben in de ochtend verschillende materialen uitgeprobeerd. We hebben een opname gemaakt met de greenscreen en bananenmuziek gemaakt. Hieronder kun je het eindresultaat zien.
| |
___________________________________________________________________________________________________
Bronnen:
- Oliver, M. & Trigwell, K. (2005). Can 'Blended Learning' Be Redeemed?. In: E-Learning, Vol. 2, Nr. 1.
- Its learning . (2015, april 1). Opgehaald van blended learning in het onderwijs: http://www.itslearning.nl/blended-learning
- Van Zadelhoff, T. (2015, Maart 26). Prodas. Asten, Nederland: Prodas.
Ondernemingszin = creativiteit en zelfsturing
Volgens Leavers en Bertrands zijn creativiteit en zelfsturing een belangrijk onderdeel voor een ondernemerszin. Ze willen hiermee aangeven dat je als persoon niet continu dezelfde routine moet volgen, maar dat je creatief moet gaan nadenken. Je moet zoeken naar uitdagingen, iets wat uniek is. Plezier hebben in de dingen die je doet. Het kunnen fantaseren. Je moet een eigen aanpak hebben!
Ik ben het met deze twee personen eens. Als je iets wil ondernemen. Moet je alles uit de kast kunnen halen. Het is iets van jou. Waarom is jou product uniek? Waarom zouden mensen juist jou product moeten kopen? Hiervoor moet je goede argumenten hebben. Je eigen inspiratie, creativiteit hierin is heel erg belangrijk.
Ondernemingszin is dan ook iets anders dan het beeld van de ondernemer die alleen uit is op geld. .....
Wat voor een leider ben jij eigenlijk?
Test leiderschap: http://www.locomotiva.nl/test-visie.php
De test heb ik zelf ook uitgevoerd. Bij mij kwam er naar voren dat ik de perfectionist, de gever en de baas ben. Hieronder wordt aangegeven wat het inhoud. Bij twee van de drie onderdelen daar kan ik me in vinden. Namelijk; de gever en de baas. Ik ben een persoon die graag strijd tot aan het einden, voor mezelf maar ook voor de mensen waar ik om geef.
Hier klikken om te bewerken.
Wat een ervaring! Enthousiasme, ontspanning en uitdaging. Dit zijn de woorden die ik voor de week 3 kan gebruiken..
____________________________________________________________________________________________________We hebben in deze week aanbod gekregen over verschillende onderwerpen.
We zijn begonnen met het opzetten van een vragenlijst via Google GeoQuest. Je moest een vragenlijst voor je eigen stagegroep opzetten. Via deze link kun je mijn Geoquest openen: http://goo.gl/forms/YbNgL5SmHW
Via Google GeoQuiz kun je verschillende vragenformulieren/enquêtes maken. Om dit te kunnen doen moet je wel een Google-account hebben. Als ze het formulier hebben ingevuld krijg je in een excel-bestand de antwoorden die ze hebben gegeven. In de toekomst zal ik er zeker gebruik van gaan maken. Ik vind het persoonlijk handig, omdat je het formulier digitaal opstelt en vervolgens ook automatisch alle antwoorden in een document verwerkt krijgt.
__________________________________________________________________________________________________________________________
Erik heeft samen met Stefan geregeld dat we met de klas van Stefan een
skype-challange geregeld. Twee kinderen (quizmasters) van basisschool ‘De Hoef en Hugo’ uit groep 6 gaven ons instructies en opdrachten die we moesten uitvoeren. De strijd was voor de titel "Het beste groepje". Heel onze groep was super enthousiast. We waren allemaal erg betrokken. Goed georganiseerd! Het is echt een innovatie. Je kan op verschillende manieren de wereld in je klas halen. En dit is een manier! Als ik ook de gelegenheid krijg om dit uit te voeren, dan zal ik dat zeker doen.
Een voorbeeld van een opdracht die we moesten uitvoeren: "Maak een gekke foto met je eigen groepje" (slimmerds/gekkerds). En dit is het eindresultaat, zie hieronder de foto's van verschillende groepen.
____________________________________________________________________________________________________
Ondernemerschap:
Wat, Hoe, Waarom?
Begin bij waarom? En niet bij wat. Dit is het patroon, the Golden Circle. Die Simon Sinek bedacht. Met deze cirkel willen ze de volgende duidelijk maken:
Onderwijs bereidt mensen voor op de arbeidsmarkt!
- Waarom? De arbeidsmarkt is dynamisch, flexibel en hybride.
- Hoe? Ontwikkelen van persoonlijk, intern en extern ondernemerschap
- Wat? Ervaringsgericht- en ondernemend leren,
taken en rollen in toenemende complexiteit
In het videovoorbeeld heb je kunnen zien wat als Apple zou communiceren van buiten naar binnen volgens de Gouden Cirkel. Ook heb je gezien hoe zij het werkelijk doen: Van binnen naar buiten. Groot verschil niet waar? En hoe communiceer jij? (Zeeman, 2011).
“People don’t buy WHAT you do, they buy WHY you do it”
Bronnen:
- Docenten Fontys PABO- Kind, leren en media. (2015, Maart 4). Ondernemerschapseducatie - powerpiont. Ondernemerschapseducatie - powerpiont. Eindhoven, Noord-brabant, Nederland.
- Zeeman, S. (2011, Mei 9). Verkoop je kennis online. Opgehaald van The next trainer : http://thenexttrainer.nl/de-gouden-cirkel-van-simon-sinek/
Na de carnavalsvakantie weer vol met energie zijn we begonnen met week 2, minor "kind, leren en media". We gaan met zijn alle op reis met een groot wagen. Waar we alles in opslaan.. Lees verder om te lezen wat ze deze week allemaal in onze wagen hebben gedaan..
_________________________________________________________________________________________________________________________
Laten we dan maar eerst met iets beginnen, waar ik trots op ben. Iets waar we deze week samen met, Ayse Gül Akbas, aan hebben gewerkt. Als je meer over haar wilt weten kunnen je op haar site kijken: www.ayse-gul.weebly.com.
Een verkenning naar de implementatie van 21ste eeuwse vaardigheden in het primair onderwijs. De instructie van de opdracht was erg basaal. Je kreeg een aantal eisen, maar verder stond je er vrij in. Hoe doe jij dit? Hoe vrij laat jij de kinderen werken?
Dit is het eindresultaat:
Prentenboek "Teddy gaat op pad"
21st century skills |
___________________________________________
O21 Spel
Hoe zie jij het in de 21ste eeuw. Dit is een spel die we in de afgelopen week hebben uitgeprobeerd. Het is een kaartspel. Kaartspel voor leerkrachten en schoolleiders. Het O21 spel heeft ruim 40 stellingen die een leidraad willen bieden in de discussie rondom de visie op onderwijs in de 21ste eeuw. De volgende zeven vaardigheden staan centraal: samenwerken, probleemoplossend vermogen, ICT-geletterdheid, creativiteit, kritisch denken, communiceren en sociale en culturele vaardigheden. Door middel van verschillende spelvormen kan er gediscussieerd worden over en kritisch gekeken worden naar het onderwijs in de eigen school. We hebben samen met mijn groepsgenoten onze meningen gegeven op de stellingen die jullie op de plaatjes zien. Leuk spel! Erg leuk om te discussiëren met je studiegenoten over de verschillende stellingen.
____________________________________________________________________________________________________
Mediawijsheid
Definitie
De verzameling competenties die je nodig hebt om actief en bewust deel te kunnen nemen aan de mediasamenleving.
We hebben afgelopen informatie gekregen over mediawijsheid van onze docent, Erik Meester. We kregen het filmpje die je hieronder ziet te zien.
In het filmpje kon je zien dat er een competentiemodel is. Je kunt ook inschalen. Waar sta jij? Je kunt je eigen per onderdeel inschalen.
Wil je meer weten over dit competentiemodel?
competentie_model_mediawijsheid.pdf | |
File Size: | 2700 kb |
File Type: |
Bronnnen:
- Voogt, Joke. (2013). 21st century skills: Een nieuwe uitdaging voor het curriculum?. 21.) SLO.
- Kennisnet (z.d.). Benodigde vaardigheden voor 21ste eeuw. Binnengehaald op 26-02-2015 van http://www.kennisnet.nl/themas/21st-century-skills/vaardigheden/benodigde-vaardigheden-voor-de-21ste-eeuw/
- Meester, E., & Bergsen, S. (2014, oktober). Mediawijsheid Implementatie Model (MIM). Basisschool management, 19-25
- O21 Spel - Hoe zie jij het onderwijs in de 21e eeuw? Geraadpleegd op 25-02-2015:
http://www.onderwijsmaakjesamen.nl/magento/o21-spel.html
Spannend!
Kind, leren en media... Wat zou het nou inhouden? Hoe kun je het op het werkveld toepassen? Wat ga ik leren? Dit zijn vragen die in de eerste instantie bij me opkomen.
We zijn dan ook eindelijk deze week begonnen met onze nieuwe minor. Ik ben erg gemotiveerd om hiermee aan de slag te gaan!
______________________________________________________
Bitstrips
De eerste opdracht voor onze minor was het ontwerpen van je eigen "avatar" en het ontwerpen van je "online strip" via bitstrips. Het stripverhaal moest je dan ook tijdens de eerste dag van de minor presenteren aan je studiegenoten. In het stripverhaal staat wie je bent en wat je verwachtingen zijn voor de minor.
Hieronder zie je dan ook mijn eigen online strip!
__________________________________________________________________________________________________________________________
En toen was het zo ver.. Woensdag 11 februari 2015 was de aftrap van onze 1ste minor-dag. Spannend, enthousiast en erg nieuwsgierig. Wat gaan we in onze zoektocht allemaal meenemen in onze wagen.
De minor begon met een presentatie van Nienke meijer, de bestuursvoorzitter van het Collega van bestuur, Fontys. Zij gaf aan dat innovatie een belangrijk onderdeel is voor nu en voor de toekomst.
Als we het over innovatie hebben kunnen we hierin groeperingen maken:
Innovatoren (innovators) (2,5%)
Deze groep mensen zijn de eersten die het product willen hebben. Ze zijn op zoek naar het nieuwste van het nieuwste.
Pioniers (early adopters) (13,5%)
Net na de innovators bestaat de groep van early adopters uit mensen die ook uit zijn op nieuwe dingen. Deze fase wordt gekenmerkt door een sterke groei in de verkoop.
Voorlopers (early majority) (34%)
Dit is de eerste grote groep mensen die het product gaat kopen. Het product wordt door de massa opgenomen en bereikt zijn volwassenheidsfase.
Achterlopers (late majority) (34%)
Het product is volwassen, het overgrote deel van de markt is bekend met het product en koopt het. De verkopen zullen langzaam afnemen in deze fase.
Achterblijvers (laggards) (16%)
De laatste fase van het product. Het product gaat eigenlijk de markt uit en een laatste groep mensen koopt het product vanwege (bijvoorbeeld) een goede aanbieding. De verkopen zullen afnemen in deze fase. (Meijer, 2015)
Je moest bij dit gedeelte van de presentatie je zelf ook gaan inschalen. Waar hoor jij nu bij? Waarom denk je dat je bij deze groep hoort?
"Voorlopers (early majority) " daar hoor ik bij! Dit omdat ik graag dat speeltje in mijn bezit wil hebben en wil ontdekken hoe het werkt. Dit lukt me helaas niet altijd, omdat dit financieel niet altijd mogelijk is =p
We hebben op dezelfde dag ook informatie gekregen over TPACK-model. Wat staat voor: Technological Pedagogical Content And Knowledge, de specifieke deskundigheid van de leerkracht om de kennis en de vaardigheden die bij een vak horen, op een aantrekkelijke en begrijpelijke manier te presenteren aan de leerling met behulp van ICT.
Dit doe met behulp van de volgende stappen:
Stap 1: Formuleren van de onderwijssituatie (CK)
Stap 2: Oriënteren op het thema van de les (PK) en de tools (TK)
Stap 3: Kiezen van een tool
Stap 4: Herontwerp van de onderwijssituatie (TPACK)
Stap 5: Implementeren in het leerproces
Stap 6: Evalueren (Kramer, 2015)
Wij hebben tijdens de les met mijn groepje verschillende samenstellingen gemaakt met de kaartjes die we hebben gekregen. Hieronder zie je de samenstellingen.
· Geschiedenis – game – onderzoekend leren
· Levensbeschouwing – blog – discussie
· Mediawijsheid – digitale camera – zelfstandig werken
· Biologie – game – probleemoplossend leren
· Engels – digibord - klassikale instructie
· Nederlands – blog – discussie
· Muziek – game – simulatie
TwitterBattle
https://www.youtube.com/watch?v=8RszSARav6Q
____________________________________________________________________________________________________
Bronnenlijst
Kramer, B. (2015, februari 12). TPACK, powerpiont. Tpack klm . Tilburg, Noord-Brabant, Nederland: Fontys.Meijer, N. (2015, Februari 11).
Innoveren, powerpiont. Inzicht in vernieuwingsprocessen . Eindhoven , Noord-Brabant, Nederland: Fontys Hogescholen.
Author
Raziye Toprak - Seval